Intervisievorm - Leren van successen

WorkshopErik3.jpg

Vaak worden problemen of lastige situaties als uitgangspunt genomen voor een intervisie. Bij het leren van successen staat juist dat wat al gelukt is centraal. Er bestaan verschillende varianten van de intervisievorm 'Leren van successen'. Wij werken graag met deze...

Stap 1: Waar werkt het?

De casusinbrenger beschrijft een succesmoment binnen of buiten het werk. Een moment waar je positief op terugkijkt en waarin je – doelbewust of per ongeluk – echt iets hebt gedaan waar je plezier aan beleefde en/of goed in was. Een mooi voorbeeld van een situatie waar je energie van kreeg.

Stap 2: Aanscherpen

Tijdens de tweede ronde stellen de anderen verdiepende vragen aan de casusinbrenger om de casus aan te scherpen. Het doel van deze tweede ronde is om alle relevante informatie te verzamelen die jullie voor de laatste stap nodig hebben, maar ook om het inzicht van de casusinbrenger in het eigen voorbeeld te vergroten.

De volgende vragen kunnen ter inspiratie dienen:

  • Wat deed je in die situatie (met name: wat deed je wat werkte)?
  • Wat was het effect van jouw handelen (op anderen, op klanten, op de productie, op jezelf, op het werk/groei/prestaties....)?
  • Waar zat jouw voldoening als het gaat om die situatie? Waar ben je trots op/tevreden over/ krijg je energie van?
  • Welke mindset of overtuigingen hanteerde je in de situatie?
  • Wat zegt dat over waar jouw kwaliteiten zitten? En over wat belangrijk is om in gedachten te houden?
  • Wat zijn bouwstenen voor succes?

Je denkt snel alle informatie te hebben, maar probeer echt even door te vragen. De kracht van het waarderend interviewen zit hem in het stellen van de juiste vragen!

Stap 3: Talent in beeld - positief roddelen

Tijdens de laatste ronde is de casusinbrenger niet aan het woord. De anderen ‘roddelen’ samen over wat jullie gezien, gehoord en gemerkt hebben over de talenten en passies van de casusinbrenger.

Kernvraag; Waar is hij/zij goed in en waar beleefd hij/zij plezier aan?

Let niet alleen op wat er letterlijk gezegd is, maar juist ook op wat uit het non-verbale gedrag naar voren komt. Schrijf tot slot samen met de casusinbrenger de kern van jullie bevindingen op.