Experimenteren met een andere wijze van toetsing

Take a Step-20.jpg

In een eerder blog vertelden we al over het actieonderzoek rond toetsing dat we dit schooljaar uitvoeren in opdracht van Stichting Het Zelfstandig Gymnasium.

Vanuit de wens om de toetsdruk voor leerlingen en de werkdruk voor docenten te verlagen en de wijze waarop er getoetst wordt meer ondersteunend te laten zijn aan het leerproces, doen maar liefst vijftien gymnasia mee. De centrale vraag die de scholen zich gesteld hebben, is: Hoe kan toetsing een krachtige bijdrage leveren aan het leerproces van leerlingen?

Inmiddels zijn we een paar maanden verder. In deze blog delen we drie prangende vraagstukken die regelmatig voorbij kwamen tijdens de eerste gesprekken die we op de deelnemende scholen voerden. Daarnaast beschrijven we een aantal voorbeelden van docenten die de wijze waarop zij toetsen hebben aangepast. Ook delen we opnieuw de nodige inspiratietips.

1.     Hoe vergroten we het inzicht van leerlingen in hun leerproces?

Bij veel scholen leeft de vraag hoe de wijze waarop zij het leer- en toetsproces inrichten het inzicht van leerlingen in hun leerproces ten goede kan komen, vanuit de gedachte dat dit ze in staat stelt om er meer verantwoordelijkheid op te nemen. Meerdere docenten hebben de wens uitgesproken met duidelijkere leerdoelen te willen werken en de leerling meer feedback te willen geven op het proces en de prestatie. Een aantal scholen gaat hiermee experimenteren, bijvoorbeeld door leerlingen intensiever samen te laten werken (ook tijdens toetsen) en ze elkaar van meer en betere feedback te laten voorzien. Ook denken docenten na over hoe ze meer leeropbrengst kunnen halen uit het nabespreken van toetsen en het maken van oefentoetsen.

Een interessant voorbeeld in dit kader is ‘de toffe toets’, waar een aantal docenten goede ervaringen mee heeft op het Utrecht Stedelijk Gymnasium. De toffe toets  staat voor in Tweetal Overleg Fluisteren. Leerlingen mogen kiezen of ze de toets alleen of in een tweetal willen doen. Als tweetal mogen ze heel zachtjes met elkaar overleggen. De toets meet dan niet zozeer de objectieve individuele prestatie, maar het toetsmoment wordt er wel veel meer een leermoment van. Door met elkaar te overleggen komen leerlingen tot nieuwe inzichten en betere antwoorden. Bijkomend voordeel is dat een deel van de leerlingen hierdoor met minder stress aan de toets begint en dat ze een bepaalde mate van autonomie ervaren: ze kunnen ervoor kiezen om de toets alleen of samen te doen.

2. Hoe motiveren we leerlingen op een andere manier dan met een cijfer?

Veel docenten op scholen met een hoge toetsdichtheid geven aan dat ze leerlingen vrijwel alleen nog maar gemotiveerd krijgen om aan het werken te gaan ‘als het voor een cijfer is’. Met als gevolg dat er vaak nog meer cijfers gegeven worden en de intrinsieke motivatie van leerlingen verder daalt. En de werkdruk van docenten alleen maar toeneemt. Dit patroon willen ze doorbreken. Samen met deze docenten hebben we de vraag verkend wanneer zij hun leerlingen toch wel gemotiveerd zagen voor iets waar ze geen cijfer voor kregen. Vervolgens brachten we in kaart waarom ze juist bij dit soort vragen, werkvormen of opdrachten gemotiveerd raken. En waar de betreffende docenten kans zagen om meer van dit soort dingen te doen, binnen en buiten de les.

Inspiratie hoe je dit kunt aanpakken, laat Anne Veenstra, docent Nederlands op het 4e Gymnasium, zien in onderstaand voorbeeld: ‘Ik voelde mij oncomfortabel bij de cijfers die we gaven, het deed niet recht aan het leren van de leerling. Als sectie Nederlands zijn we daarom begonnen om het schrijfonderwijs anders vorm te geven. Het doel was om cijfers minder belangrijk te maken en leerlingen meer feedback te geven die ze vervolgens gebruiken om zich te verbeteren.

We geven nu de leerlingen keuze uit drie soorten teksten: een beschouwing, essay en literair essay. Hierin zit een opbouw, de eerste is makkelijker dan de laatste. De leerling kiest zelf het soort tekst, passende bij zijn of haar talent en/of ambitie. Voor elke soort tekst hebben we duidelijke criteria gemaakt in een rubric. In de bovenbouw was het niet mogelijk om cijfers helemaal af te schaffen, want die zijn nodig voor het schoolexamen. We hebben daarom aan elk soort tekst een cijfer verbonden. Wanneer de leerling een beschouwing kiest en goed maakt krijgt hij/zij een 6. Bij het essay is dit een 7 en een literair essay een 8 of hoger. Het cijfer is dus vooraf al bekend bij de leerling. Ze hebben er zelf voor gekozen, weten waar ze naartoe werken en zo wordt het cijfer minder belangrijk. Ze willen de opdracht goed uitvoeren. Gedurende het proces hebben ze de mogelijkheid om feedback aan de docent te vragen en geven ze elkaar feedback. In de feedback hebben we aandacht voor wat al goed gaat en wat nog beter kan.

Meer bezig zijn met het leerproces van de leerling leverde mij een andere kijk op leren op. Ik kijk meer naar het effect van lessen. Ik heb met leerlingen gesprekken over hun leren en wat hieraan bijdraagt. Door kleine testjes meet ik of leerlingen iets begrijpen of niet. Zo weet ik of mijn les effectief was en wat eventueel beter kan. Dat is een efficiëntie slag, je doet waar leerlingen behoefte aan hebben. Het gaat niet vanzelf, je moet oefenen. En je moet dit niet radicaal willen doen maar stapsgewijs. Anders krijg je de leerlingen en ouders ook niet mee. Zo groei je er samen in.’

3. Hoe kunnen we naast het opdoen van kennis ook de ontwikkeling van vaardigheden waarderen?

Het aanleren van bepaalde vaardigheden is binnen een aantal vakken net zo belangrijk als het opdoen van kennis. Wat uit de gesprekken naar voren kwam, is dat het op dit moment voor de leerling lang niet altijd duidelijk is welke vaardigheden bij welke vakken centraal staan en hoe zij zich hierop kunnen ontwikkelen. Ook is het zoeken naar manieren hoe je de ontwikkeling op deze vaardigheden het best kunt toetsen en wat je dan waardeert. Een aantal scholen gaat aan de slag om zowel de objectieve prestatie van een leerling te waarderen (in welke mate een leerling op een bepaald moment over een vaardigheid beschikt), als het leerproces zelf (hoe ontwikkelt een leerling zich op een bepaalde vaardigheid, los van de norm).  

Een mooi voorbeeld van hoe je de nadruk meer kunt leggen op het leerproces is het experiment van de vakgroep LO op het Felisenum. Deze docenten gaan de leerlingen komend schooljaar op de ontwikkeling van een drietal competenties beoordelen, in plaats van op hun sportieve prestaties. Ze hebben ervoor gekozen om aan deze drie competenties een aantal criteria te koppelen. Denk bijvoorbeeld bij de competentie ‘teamwork’ aan een criteria als ‘anderen helpen bij opdrachten en oefeningen’ of ‘een les kunnen verzorgen voor je klasgenoten’. Iedere periode geven ze de leerling terug waar ze al groei gezien hebben op de verschillende competenties en waar voor de volgende periode nog ontwikkelkansen liggen. De ambitie is ook om leerlingen zelf te laten reflecteren op hun eigen ontwikkeling vanuit het observatieformulier. Op deze manier werkt het niet enkel als beoordelingsinstrument, maar ook als evaluatie- en reflectie-instrument. De kracht van deze aanpak is dat het de docenten in staat stelt aan te sluiten bij het niveau van de leerling en zo ieder kind een succeservaring te kunnen bieden. De veronderstelling is dat dit het plezier voor bewegen doet toenemen, een belangrijke voorwaarde om iets te willen leren en jezelf ergens op uit te dagen.

Inspiratie

·      Het boek ‘Toetsrevolutie: naar een feedbackcultuur in het voorgezet onderwijs’ (Sluijsmans & Kneijber, 2016) bevat veel praktische voorbeelden van scholen die actief experimenteren met formatieve toetsen. Je kunt het downloaden op: www.toetsrevolutie.nl

·      In de Facebookgroep ‘Actief leren zonder cijfers’ worden dagelijks inspirerende voorbeelden gedeeld om formatief te evalueren en kun je ook tips vragen rond jouw vraagstuk.

·      In deze informatieve blog worden verschillende concrete manieren om formatief te toetsen besproken aan de hand van een casus over een leerling in 3 vwo voor het vak Nederlands: https://wij-leren.nl/formatief-toetsen-om-te-leren-dtt-strategie.php 

·      Mocht je hem nog niet gezien hebben dan is het filmfragment How to give an A van Benjamin Zander een aanrader. Hij zet het denken over cijfers en toetsen in een heel ander daglicht: https://www.youtube.com/watch?v=qTKEBygQic0

Dit blog is geschreven door Annechien van Buurt en Eefje Teeuwisse. Het is een tweede blog in een reeks over de vraag hoe toetsing een krachtige bijdrage kan leveren aan het leerproces van leerlingen in het voortgezet onderwijs.