Witte rechthoek 2.jpg

een introductie

Praktijkgericht onderzoek

 
 
PHOTO1.jpg

Praktijkgericht onderzoek

  • Hoe versterken we de motivatie van leerlingen?
  • Hoe vergroten we het welbevinden van leerlingen, docenten en schoolleiders?
  • Hoe werken we optimaal samen in de school en met partnerorganisaties?

Bovenstaande vraagstukken zijn complex, er is niet direct een duidelijk antwoord op te formuleren. Het antwoord is afhankelijk van de context en de betrokkenen. Dit nodigt uit met elkaar de praktijk te onderzoeken; Wat speelt er precies? Wat zijn relevante vragen om samen te verkennen? Waar lukt het al? Waarom lukt het daar? Wanneer is het lastig? Wat zouden we kunnen uitproberen? Waar zouden onze leerlingen echt gebaat bij zijn?

Hoewel het woord onderzoek bij veel mensen de associatie oproept van afstandelijk en lijvige rapporten, heeft praktijkgericht onderzoek juist een heel veranderkundig karakter. Het is vooral het benaderen van problemen en vraagstukken met een onderzoekende houding: nieuwsgierig zijn naar wat het vraagstuk precies omvat en hoe ieder dit beleeft, inspiratie opdoen uit hoe anderen hiermee omgaan en/of wetenschappelijk onderzoek en nieuwe dingen proberen. Met als doel om inzicht te krijgen in wat werkt en wat ieder (schoolleider, docent, leerling etc.) kan doen om de praktijk te verbeteren of veranderen. Zo wordt onderzoeken een krachtige manier van samen leren. Het nodigt uit om met elkaar op te trekken rond een gedeeld vraagstuk en samen te zoeken naar waar het (nog) beter kan.

Meer weten?

Tussen 2016 en 2018 deden we samen met een groep zelfstandige gymnasia twee praktijkonderzoeken, naar motivatie en toetsing. De centrale vragen waren: Wat kunnen docenten binnen en buiten de les doen om de motivatie van leerlingen op school te versterken? En hoe kan de wijze van toetsen een krachtige bijdrage aan het leerproces van de leerling leveren? Meer over hoe we het onderzoek aangepakt hebben en wat het aan inzichten opgeleverd heeft vind je hier.

In april 2020 publiceerden Rob Martens, Gert Biesta, Luc Stevens en Renske Valk het essay ‘De vraag is opnieuw: Waartoe? Naar een nieuw discours over betekenisvolle onderwijswetenschap’. De auteurs zijn kritisch op de huidige staat van onderwijsonderzoek, waarin onder andere de complexiteit van de praktijk te weinig meegenomen wordt en onderzoekers en leraren afstand tot elkaar hebben. Ze pleiten onder andere voor ‘de leraar als onderzoeker van de eigen praktijk’ en dat een belangrijke maatstaf voor goed onderzoek de bijdrage die je levert aan het handelen van de leraar in diens eigen praktijk zou moeten zijn. 

Het boek ‘Actieonderzoek. Principes voor verandering in zorg en welzijn’ van onder andere Famke van Lieshout geeft meer achtergrond over actieonderzoek (een vorm van praktijkgericht onderzoek) en hoe het zich verhoudt tot klassiek wetenschappelijk onderzoek. Ook in dit boek doet handreikingen voor het doen van actieonderzoek.

Een mooi voorbeeld van een onderzoekende houding is van gymdocent Martijn Bras (Felisenum Gymnasium). Ze merkten dat het geven van cijfers bij L.O. ertoe leidde dat leerlingen blokkeerden of de veilige route kozen. Ze gingen daarom opzoek naar een alternatief om leerlingen te motiveren, uit te dagen en te waarderen voor hun prestaties. Leraar24 maakte er deze video over.